Arty, een historische roman – hoofdstuk 27: “Bent u nog steeds boos?”

Iedere zondag lees je bij Zin in Koffie een nieuw hoofdstuk van de historische roman ‘Arty’, van schrijfster Henriëtte de Smet. Deze week hoofdstuk 27.
Arty hoofdstuk 27
Arty hoofdstuk 27

In hoofdstuk 27 schrijft Arty een brief aan haar moeder die ze, na haar nieuwswaardige incident, anderhalf jaar al niet meer heeft gesproken.

Amsterdam, 24 februari 1911

Lieve moeder,

Nu maar weer een brief van mij, omdat ik zo ontzettend benieuwd ben hoe het met u gaat. Al een paar keer ben ik voor niets met de trein naar Kampen gegaan; u was geen een zondag thuis. De laatste keer, nu drie weken geleden, heb ik zelfs van elf tot vier uur op de stoep staan wachten, want ik dacht dat u na de kerkdienst toch wel een keer thuis zou komen. Het werd al donker toen ik op de trein terug stapte. Met een loodzwaar hart. Moeder, er is toch niets aan de hand? Op mijn Nieuwjaarskaart heb ik ook al niets gehoord. Het is dat mevrouw Oortsen, de vrouw van uw dominee, de zus is van mijn mevrouw hier in de winkel. Daarom weet ik dat u nog in leven bent. En dat er verder ook niets ernstigs aan de hand is, anders zou ze mij dat als goed christen toch zeker verteld hebben. Ik maak mij echt zorgen, maar kan niet weer de trein nemen, gewoon omdat ik het geld er niet voor heb.

Och, ik hoop toch zo dat u deze brief aan dominee Oortsen laat lezen en dat hij zo vriendelijk wil zijn om een antwoord te schrijven. Dat hoeft maar heel kort te zijn. Als ik maar weet dat het goed met u gaat. En als u er dan ook bij wilt zetten op welke zondag u wel thuis bent. Ook al moet ik ervoor naar de lommerd, dan kom ik op die dag naar Kampen.

Het laatste wat ik van u gehoord heb, was uw boze brief over mijn valpartij in het water. Dus dat was in juni, bijna een jaar geleden! Bent u dan nog steeds boos? Natuurlijk kan ik me voorstellen dat u mij zo niet in de krant wilt zien staan. Dat wil ik zelf ook niet. Maar dit was echt voor het goede doel. Het is zo belangrijk dat vrouwen een stem krijgen!

Maar los daarvan heb ik daar ook veel vriendinnen gekregen. Of althans, ik hoop dat ze dat gaan worden. Het klikt goed met eigenlijk iedereen van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht, en er zullen er toch wel een paar tussen zitten met wie ik misschien ook echt vriendinnen kan worden. Om de dingen te doen die je met vriendinnen doet, zoals wandelen in het park, praten over het leven, misschien zelfs naar de film gaan! Dat kan hier in Amsterdam, magisch! Ik denk niet dat dit in Kampen ook al kan, dus wanneer u eens in Amsterdam bent, gaan we samen naar de film. Zou dat niet leuk zijn?

En ik heb ook nog een nieuwtje: in april exposeer ik! Nou ja, ik niet zelf natuurlijk, maar ik mag twee schilderijen van mij ophangen op de tentoonstelling van de heer Verhooft. U weet wel, de docent aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten bij wie ik mijn eerste betrekking had, hier in Amsterdam. Ik ben daar zoals u weet allang weg, ik heb niets meer met de familie Verhooft te maken, maar laatst kwam hij zomaar eens in de winkel, met dit aanbod. Omdat hij zo onder de indruk is van mijn werk, zei hij erbij. Ik wist niet wat me overkwam, ik kon hem wel omhelzen! Wat ik uiteraard niet gedaan heb, hoor. Maar dit is natuurlijk een geweldige kans die ik niet mag laten liggen.

Ik heb bedacht dat ik een vrouwenportret maak en een stilleven van een bloem die in bloei staat. Van de bloem heb ik vanavond een schets gemaakt, in het klein. Ik doe hem hierbij, zodat u kunt zien welk werk ik maak tegenwoordig. Want daar heeft u natuurlijk nooit meer iets van gezien sinds ik in Amsterdam woon en ik me, al zeg ik het zelf, toch behoorlijk ontwikkeld heb. Ook dankzij meneer Verhooft, hoor. Hij heeft me echt veel inspirerende tips gegeven. En om dan anderhalf jaar later zelfs mijn werk bij hem te mogen ophangen, als onderdeel van zijn expositie, dat is toch wel een eer die bijna niemand krijgt! Tenminste niet als je vrouw bent en geen lid van een kunstenaarsvereniging. Nu zou ik dat ook niet eens willen, hoor: al die poeha!

Het is al halftwaalf, dus blaas ik de kaars zo uit. Naast mijn bed heb ik tegenwoordig een petroleumlamp, samen met de kaarsen geeft die een mooi licht, waar ik ‘s avonds fijn bij kan schilderen. Het beste is om dit bij daglicht te doen, maar dat is hier niet echt. En behalve op zondag moet ik overdag natuurlijk werken.

U weet nog helemaal niet hoe ik hier woon. Ik heb het goed naar mijn zin, alles wat ik nodig heb is hier. U moet echt snel komen kijken, moeder, gewoon op mijn kosten, al moet ik ervoor lenen. Maar eerst kom ik naar Kampen. Als u mij wilt laten weten op welke zondag u dat het beste uitkomt.

Ik omhels u warm.

Alle liefs, uw Aartje

Het nieuwste boek kopen?

Henriëtte de Smet heeft meerdere romans geschreven die overal in de winkel te koop zijn. ‘Chapeau Roos!’ is haar nieuwste historische roman nu verkrijgbaar is.

Chapeau Roos!

Auteur: Henriëtte de Smet 
Uitgeverij: Uitgeverij Ellessy
EAN: 9789464934663 

Wat anderen nu lezen