Arty, een historische roman – hoofdstuk 22: “Dit ben jij!”

Iedere zondag lees je bij Zin in Koffie een nieuw hoofdstuk van de historische roman ‘Arty’, van schrijfster Henriëtte de Smet. Deze week hoofdstuk 22.

In hoofdstuk 22 is Arty nog steeds in het landhuis van Verhooft in Laren waar ze te maken krijgt met een verrassing die ze niet herkent.

‘Ik ben je. Zoals gezegd, we hebben het er nog wel eens over. Jij hebt niet de tram genomen om hier over vrouwenpraatjes te komen vertellen, nietwaar?’ Hij staat op en zwaait met zijn hand dat ik hetzelfde moet doen. ‘Hier werk ik meestal. Veel meer dan thuis vind ik hier de rust. Vroeger ging mijn vrouw vaak mee, maar dat doet ze al tijden niet meer. Dit huis is van haar familie. Was, om precies te zijn. Nu is het van ons.’  Mijn vrouw en ons.

‘Dat kan ik me goed voorstellen, dat u hier zo fijn werkt. Je, dat jij hier zo fijn werkt.’ Hij loopt naar een van de vrouwelijke beelden, het enige zonder hoofd. ‘Herken je dit?’ Wijdbeens, met zijn handen in zijn zij, kijkt hij me uitdagend aan.

Ik kraak mijn hersenen over waar ik dat beeld van zou moeten kennen. Misschien dat het wereldberoemd is en ik dat weer eens niet weet? ‘Ja natuurlijk, het komt me heel bekend voor, maar ik weet even niet waarvan precies.’ ‘Als lid van de vrouwenclub had je het moeten kennen, het is een strijdbaar beeld, symbool van de goede zaak.’ ‘O ja, nu je het zegt weet ik het weer!’ ‘Ja toch? Dit symbool is ongetwijfeld door velen bewonderd.’ ‘Jaaa, natuurlijk.’ De bulderlach is er weer. ‘Je ziet het echt niet, hè? Dit ben jij!’ ‘Ik?’

‘Ik heb je iets anders opgezet, niet precies in de houding die je aannam voor de spiegel in mijn rookkamer. Maar jouw lichaam, dat móest ik maken. Dan ben je bij me, als ik hier ben. In Amsterdam heb ik jouw Madame. Zo ben je altijd bij me, of ik nou thuis ben of hier, begrijp je.’ ‘Hier zonder hoofd.’ Het is het enige wat me te binnen schiet. ‘Hier ga jij je hoofd verliezen. Aan de kunst, wel te verstaan. Hoor je, hier ga jij je hoofd verliezen. Figuurlijk natuurlijk!’ Hij slaat zijn handen voor zijn borst ineen. ‘Maar goed, wat gaan we doen? Wijn! Jij ook een glaasje?’ Zonder mijn antwoord af te wachten is hij met vier grote passen bij het aanrecht en pakt daar een fles rode wijn en twee glazen. De glazen geeft hij aan mij. ‘Houd eens vast. En blijf zo staan, blijf kijken naar jezelf, dan schenk ik ons in. Ik schenk in en jij blijft voor je uitkijken. Niet bewegen, denk erom!’

Hij vult de glazen, ik voel zijn blik onafgebroken op mijn linkerwang gloeien. Hij doet een paar stappen naar achteren en zet de fles naast zich neer.

Hier is de gastenkamer, jouw kamer dus, de volgende keer als je blijft logeren. Kom anders gewoon zaterdag al. Willen we de lessen hier voortzetten. In alle rust.

‘Stil blijven staan!’ commandeert hij. ‘Niets zeggen.’ Minuten later, waarin hij met zijn armen over elkaar zonder iets te zeggen naar mij heeft staan kijken, komt hij naar me toe. ‘Geef maar.’ Hij houdt me zijn hand voor, ik geef hem zijn glas. ‘Cheers Arty, je bent de mooiste.’ Zijn glas tingelt tegen het mijne. ‘En de leukste!’ Hij grinnikt. Ik heb Verhooft nog nooit horen grinniken, het past ook niet bij hem. Verhooft moet bulderen.

‘Ik zal je de rest van het huis laten zien, tenminste als je daar zin in hebt.’
Zin, wat is zin? Alleen in onzin heeft dat woord zin. Ik wil mijn glas op de salontafel zetten, maar Verhooft zegt dat ik dat toch zeker gewoon meeneem, dat doet hij ook. Gedwee volg ik hem de gang in, de trap op. ‘Dit is de badkamer. En hier is de slaapkamer van mevrouw, met daarnaast haar kleedkamer. In deze ruimtes hebben wij feitelijk niets te zoeken.’ Mevrouw.

‘Hier is de gastenkamer, jouw kamer dus, de volgende keer als je blijft logeren. Kom anders gewoon zaterdag al. Dat is veel gezelliger en beter ook, willen we de lessen hier voortzetten. In alle rust hebben we dan de hele zondag. En tot slot mijn slaapkamer. Lachend kijkt hij over zijn schouder: ‘Durf je?’ Nee, maar ik doe het wel. Zodra iemand aan mij vraagt of ik iets durf, heb ik het al gedaan zonder ook maar ergens over na te denken.

De vrouw zonder hoofd heeft zichzelf weer eens bevestigd, bedenk ik als ik me uit zijn armen losmaak en het bed uitstap. Toch weer! Maar het is zoals het moet zijn, beter kan niet en anders kan ook niet.

Razendsnel kleed ik me aan. ‘Het is al laat. Ik moet echt gaan.’ Hij springt het bed uit en volgt me de trap af. In de deuropening nemen we afscheid. Het lijkt hem niets uit te maken dat hij naakt is, maar door de hoge heg zie je vanaf de weg ook bijna niets van hier, stel ik mezelf gerust. We zoenen minutenlang, omdat we elkaar niet los kunnen laten. ‘Je komt zaterdag, hè? Neem een werk mee waar je aan bezig bent, dan kunnen we dat samen bekijken.’ ‘Zaterdags ben ik pas om elf uur klaar, rijdt er dan nog wel een tram?’ ‘Naast alles wat je al bent, nog praktisch ook. Geef me het adres van die winkel, dan haal ik je op, met de auto. Wel zo comfortabel.’

Wil je meer verhalen van Henriëtte lezen?

Henriëtte de Smet heeft meerdere romans geschreven die overal in de winkel te koop zijn. Van historische romans zoals ‘Arty’, tot spannende romans als ’10 Denier’ over de fascinatie van een eenendertigjarige vrouw voor haar minnaar.

Last en Liefde omslagfoto

Last en Liefde

Auteur: Henriëtte de Smet 
Uitgeverij: Omniboek
EAN: 9789401909808

Dit vind je misschien ook leuk
TikTok deken van imitatiebont
Lees verder

Win een warme TikTok deken t.w.v. 99 euro

Iedere week hebben we een winactie en deze is perfect voor het ijskoude winterweer waar we nu mee te maken hebben! Je maakt namelijk kans op deze warme deken.
Onderweg naar La France
Lees verder

Onderweg naar La France

Onderweg naar hun huis in Frankrijk hebben Asjha en Ed altijd heel veel voorpret. In de auto luisteren ze naar chansons, taalcursussen én Franse kinderboeken.