Is goed bedoelde hulp wel of niet welkom: “Kan ik je helpen met die pot pindakaas?”

Joy Moonen bespreekt iedere maand iets wat ze in haar leven met beperkingen tegenkomt. Dit keer is dat de goed bedoelde hulp die andere mensen aanbieden.

“Kan ik je helpen?” Het is een vraag die Joy regelmatig krijgt van mensen waar ze mee werkt of wild vreemden die naast haar in de supermarkt staan. Maar is die, absoluut goed bedoelde hulp wel welkom? Of moet Joy er juist niets van hebben?

Ik weet dat mijn bewegingen er soms best spastisch – ik mag het zeggen – uitzien. Dus snap ik ook best dat mensen mij vragen of ze moeten helpen met iets. Of het nu een jas aantrekken is, in de trein wachten tot er iemand van de NS komt met een mobiele ramp, mijn tas die op de grond staat en die ik niet bij de eerste poging te pakken krijg, een pot pindakaas pakken uit het schap dat net iets te hoog voor me is. Ik snap dat iemand die dat ziet denkt: kom laat ik even helpen.

Mijn mogelijkheden

Het is het gevoel wat ik krijg wanneer die vraag aan mij wordt gesteld. In mijn pubertijd vond ik al deze situaties spannend. Ik was nog aan het ontdekken wat er praktisch nodig was om het allemaal uit te kunnen voeren. Hoe doe ik een jas aan? Hoe zorg ik dat de NS medewerker mij vindt? Hoe pak ik mijn tas, zonder dat ik uit mijn stoel val? En, hoe krijg ik met mijn kromme hand die pot met pindakaas van het schap in de supermarket? Ik zoek net zo lang tot dingen praktisch lukken binnen mijn eigen mogelijkheden. In de loop der jaren heb ik daar een sport van gemaakt.

Gevoel

Naast het praktische komt bij alle handelingen ook een bepaald gevoel om de hoek kijken. Het gevoel wat het bij mijzelf oproept: ik wil het zelf doen, ik weet niet hoe, het lukt niet. En, ik ben stiekem heel blij dat iemand hulp aanbiedt, omdat ik er nog niet aan toe ben om het zelf te vragen. Of: ik wil het zelf doen en ik blijf net zolang doorgaan tot het me lukt en iedereen die ook maar in de buurt komt laat ik met een blik weten dat ik geen hulp wil.

In welke situatie dan ook, met deze interne strijders ben ik continu onhoorbaar in gesprek. In mijn pubertijd kwam daar nog een derde strijder bij: wat zullen de mensen om mij heen wel niet denken?! Deze laatste vraag is in de loop der jaren vervangen door ‘Maakt mij niets uit!’. De andere twee zijn nooit ver weg en schieten regelmatig door mijn hoofd.

Soms is dat: ach kijk, wat zielig hè. De andere keer is het begripvoller: kijk wat stoer, ik zal dat laatste stukje even helpen als ze dat wil.

Actie-reactie

In de loop der jaren ontdekte ik dat wat ik denk en wat ik voel nauw met elkaar verbonden zijn en veel effect hebben op de resultaten van mijn acties. Als ik wil dat iets lukt, maar ik word overmand door twijfels over wat er gebeurt als het toch niet lukt, is de kans klein dat het gaat lukken. Als ik mij focus op het tegenovergestelde is de kans dat iets lukt veel groter én voel ik me veel beter als ik met de uitvoering ervan bezig ben. Tot in mijn twintiger jaren was ik ervan overtuigd dat alles het gevolg was van mijn anderswerkende lichaam.

Goed bedoelde hulp

En toen besefte ik me opeens dat iedereen door deze fases heen moet, beperking of niet. Iedereen heeft dingen die ze moeilijk vinden, of juist heel makkelijk. Iedereen heeft weleens deze gevoelens en gedachten. Het is voor iedereen een zoektocht naar het ‘juiste’ levenspad. En, het is voor iedereen een uitdaging hoe je omgaat met de dingen die op je pad komen.

Maar de uitdagingen zijn voor iedereen wel een beetje anders. Mijn handicap is – voor mij – niet zwaarder dan uitdagingen die anderen tegenkomen en die we als ‘normaal’ beschouwen. We zijn allemaal ons leven aan het opbouwen. Kortom, vind ik het fijn als iemand ongevraagd hulp aanbiedt? Net als bij ieder ander: de ene keer wel en de andere keer misschien niet. Ik moet de ruimte krijgen om mijn eigen weg daarin te vinden. En, ook belangrijk is de energie waarmee de vraag gesteld wordt. Soms is dat: ach kijk, wat zielig hè. De andere keer is het begripvoller: kijk wat stoer, ik zal dat laatste stukje even helpen als ze dat wil. Dus, blijf het vooral vragen zoals je dat ook zou doen bij iemand die niet in een rolstoel zit. En, ik zal proberen altijd eerlijk antwoord te geven. Ook als ik de hulp even niet nodig heb omdat ik het heel graag zelf wil doen.

Wil je meer lezen van Joy?

Joy Moonen heeft meerdere boeken geschreven. Van inspirerende boeken over haar leven, tot kinderboekjes die haar jeugd beschrijven.

De Kracht van Mijn Onmacht boekcover

De kracht van mijn onmacht

Auteur: Joy Moonen
Uitgeverij: Empowermij.com
EAN: 9789079872039

Dit vind je misschien ook leuk