Arne WolvenIn Indonesië zijn er vijf nationale gerechten, waarvan gado gado er één is. Dit populaire groentegerecht wordt vaak gegeten op straat, waar ze ook de allerlekkerste pindasaus maken. En wij hebben het beste recept voor jullie!
Gado gado betekent mix mix, omdat je de groenten al gehusseld in de verse pindasaus meekrijgt. Warm of koud, gado gado is op beide manieren lekker! De pindasaus proberen we in dit recept op authentieke wijze na te maken. Op straat gebruiken ze grote vijzels waar ze de pinda’s fijn in malen tot een romige saus. De pinda’s met vlies, die normaal gebruikt worden, kun je in de toko vinden. Heb je deze niet in de buurt of heb je iets minder tijd? Vervang de pinda’s dan voor je favoriete pindakaas. En, als je geen vijzel hebt, kun je natuurlijk ook gewoon een keukenmachine gebruiken.
Vaak wordt de gado gado geserveerd met tofu of tempé. Wat echt onmisbaar is, is een goede knapperige kroepoek en wat gebakken uitjes.
Indonesische gado gado met pindasaus maken
Ingrediënten
Voor de pindasaus:
- 200 gram pinda’s met vlies
- 1 el ketjap manis
- 1 el tamarindepasta
- 2 tenen knoflook
- 1 rode peper
- 1 tl palmsuiker
- plantaardige olie om te frituren
Voor de groenten:
- 250 gram sperziebonen
- 2 aardappel
- 2 wortels
- 1 komkommer
- ½ spitskool
- 200 gram taugé
- 4 eieren
Voor de garnering:
- kroepoek
- gebakken uitjes
Bereiding
- Breng een grote pan water aan de kook voor de groenten en eieren.
- Maak de groenten schoon en snijd in behapbare stukken. Kook ondertussen de eieren in 8 minuten tot ze hardgekookt zijn.
- Zet een vergiet klaar in de wasbak. Blancheer om de beurt de sperziebonen, wortel, spitskool en taugé tot ze beetgaar zijn, maar nog wel knapperig. Schep de groenten in het vergiet en spoel af met koud water tot ze zijn afgekoeld. Kook de aardappelen in 20 minuten gaar.
- Maak dan de pindasaus. Voeg de pinda’s toe aan een wok en vul aan met plantaardige olie tot de pinda’s net onder staan. Draai het vuur middelhoog en frituur de pinda’s voor ongeveer 8 minuten, draai dan het vuur uit zodat ze nog kort kunnen doorgaren en niet aanbranden. Schep de pinda’s in een met keukenpapier bekleed vergiet.
- Stamp met een vijzel de knoflook, rode peper en palmsuiker kapot. Voeg de pinda’s toe en blijf met een malende beweging stampen om ze kapot te maken tot er een dikke pasta ontstaat. Voeg de tamarinde en de ketjap toe, en breng op smaak met zout. Blijf water toevoegen tot de gewenste dikte is bereikt.
- Leg alle groenten op een serveerschaal en voeg de gehalveerde eieren toe. Giet de pindasaus over de groenten.
- Schep de groenten door elkaar vóór het opscheppen zodat ze allemaal zijn gecoat in pindasaus. Schep de gado gado op een bord en serveer met kroepoek en gefrituurde uitjes.
Arne Wolven
Redactie
Marleen Brekelmans
Dorothé Schellekens
Asjha van den Akker
Henriëtte de Smet